-
1
00 - Aan de eerbare, deugdrijke, kunstlievende Jonkvrouwen
-
2
01 - Op 't gezigt van kikvorschen
-
3
02 - Op 't gezigt van een druiventros
-
4
03 - Op ongeënte boomen
-
5
04 - Op 't gezigt van 't aankomen van den lentetijd
-
6
05 - Op 't gezigt van een mol, die, uit de aarde kruipende, van een reiger of dergelijken vogel, werd opgegrepen
-
7
06 - Op 't gezigt van een boom, weinig takken en veel wortels uitgeschoten hebbende
-
8
07 - Op 't gezigt van een huisjesslak
-
9
08 - Op 't gezigt van eene mug, bloed zuigende uit 's menschen hand
-
10
09 - Op de gelegenheid dat iemand met onrijpe moerbezien de plekken, door de rijpe veroorzaakt, uitwischt
-
11
10 - Op 't afplukken van rijpe en onrijpe vruchten
-
12
11 - Op het bedrijf van zekeren ezel in ouden tijd
-
13
12 - Op 't gezigt van een bij, in eene bloem dood gevonden
-
14
13 - Op een broeinetel
-
15
14 - Op eene stekende of stralende bij
-
16
15 - Op 't gezigt van een vinkgetouw
-
17
16 - Op ongebaande wegen
-
18
17 - Op den aard en de eigenschap van den els
-
19
18 - Op 't gezigt van boomen in 't Haagsche bosch, aan den top verdord zijnde
-
20
19 - Op het ploegen, misten en spitten in de aarde
-
21
20 - Op afgekapte boomen
-
22
21 - Op 't gezigt van oud boomgewas
-
23
22 - Op een vijgeboom
-
24
23 - Op 't gezigt van schapen, ganzen en bijen, op een en dezelfde landstreek
-
25
24 - Op den aard van den abeelboom
-
26
25 - Nog op denzelfden boom
-
27
26 - Op 't verplanten van een boom
-
28
27 - Bedenking op 't gezigt van schrale duinen, tusschen den Haag en Scheveningen
-
29
28 - Op 't gezigt daar hooge boomen, en geen lage kruiden, van een stormwind beschadigd waren
-
30
29 - Op bloeijende boomen
-
31
30 - Op 't uitroeijen van onkruid
-
32
31 - Op het afdoen van rijpen of rupsen in de boomen
-
33
32 - Op 't gezigt van vinken, die geblind worden, opdat ze zingen mogten
-
34
33 - Op afvallende bladeren van dorre boomen, omtrent den herfst
-
35
34 - Op 't gezigt van rozen in den herfst
-
36
35 - Op 't gezigt van bijen, honig uit de bloem trekkende, zonder die te beschadigen
-
37
36 - Op 't gezigt van een hooischelf
-
38
37 - Op het bedrijf van een wild konijn, met huiskatten heulende
-
39
38 - Op 't plukken van rijpe en onrijpe moerbeziën
-
40
39 - Op 't gezigt van de bijen, op de vroege bloemen vliegende
-
41
40 - Op 't gezigt van de bloem, hier te lande genaamd Keizerskroon
-
42
41 - Aan den hooggeleerden, wijdberoemden heer Jacob Westerbaen